13 november 2013

25 Februari 1868 London, Duitschland, Frankrijk, ter Neuzen in Zeeland

25 Februarij 1868

’t Voorstaande had (ik) beschreven & was er mede uitgescheden uit gebrek aan gelegenheid. Weinig dacht ik toen dat een paar uur later mijn broeder het middelpunt zou zijn van een toneel dat ik niet meer hoop bij te wonen, want het was de eerste maal dat ik iemand zonder enige kennisgeving vooraf, in zwijm zag vallen. Veroorzaakt door overspanning had het ernstiger gevolgen kunnen hebben doch ’t heeft zich tot heden steeds vooruitgaande gehouden & hoop ’t weldra geheel zal verdwenen zijn. —

Ten vervolge mijner chroniek.

Algemeen Handelsblad, 30 juni 1867


Op ............. [niet ingevuld] kwam (ik) bij de pipa op kantoor. ’t Zelfde waar ik dit schrijf. En waarin ik sedert 1 July 1867 als deelgenoot ben opgenomen. —

En of ik het mij kan begrijpen, och men went zich aan alles, ook hieraan. Waarom ik deste meer behoefte heb, van de wisselende omstandigheden iets te boekstaven ten einde ze niet geheel te vergeten. —

Na mijn Schotse reis heb (ik) er nog verscheidene gemaakt naar andere steden.

In 1862 heb (ik) met & Van der Schalk de tentoonstelling te London gezien, waar ik vroeger reeds geweest was met den Heer Polman Mooij te Haarlem.

In July 1863 ............. ben met dezelfden naar Duitschland geweest. De Rhyn langs naar Wiesbaden, over Frankfurt naar Heidelberg & binnen de 14 daag weder terug.

In 1866 heb (ik) met mijn Vriend Herman van den Abeelen een togt door Frankrijk gemaakt. De Ary Scheffer welke ons naar Havre bragt was een fiksche stoomer. Van daar uit per spoor naar Rouaan & verder naar Parijs waar we in het Hôtel du Louvre logeerden en onder anderen het tentoonstellingsgebouw voor het volgend jaar zagen gereed maken. — Parijs heeft bij mij den indruk agtergelaten als een der prettigste plaatsen welke ik nu? bezocht heb. Alles ziet er even vrolijk & gezellig uit & hoewel bewust dat er alles er niet is als het er wezen moest doet het geheel zich aan den bezoeker voor als een plaats bij uitnemendheid. Licht & lucht bij overvloed. Prachtige huizen, brede straten, rijke winkels, drukte & bedrijvigheid overal, en dank zij de menigvuldige politie overal orde. —

Van Parijs zijn we ’s avonds te 11 uur naar Luik gespoord, waar we de volgende middag 2 uur aankwamen en na het diner naar Chaudfontaines wandelden bij wijze van reactie van het lange zitten.

Vandaar over Antwerpen naar huis, Brussel voor een volgende keer latende. — ’t Was een heerlijke tour ~ zou haar gaarne voor een tweede maal overmaken. —

In 1867 heb (ik) geen buitenlandse reis gemaakt daar de oudelui de togt naar Heidelberg maakten & door mijn ‘partnership’ er vele drukten bij kwamen.

Ik heb er echter nog enige dagen uitgebroken om mijn vriend A. van Mens te bezoeken welke als Officier van gezondheid te ter Neuzen in Zeeland gestationeerd was. —

Daar ik het bezien van mijn vaderland als even nuttig beschouw als het trekken door den vreemde. — En waarlijk, Zeeland is mij in zeker opzigt niet tegengevallen. Altijd afgeschilderd als een onherbergzaam oord, heeft het zich in werkelijkheid als een schoon land voorgedaan, hoewel het in veel zaken tweehonderd jaar achteruit is. —

’s Morgens te elf uur per stoomboot naar N. vertrokken, bevond (ik) mij tegen den middag op de Zeeuwsche stroomen en zulk een uitzicht is reeds de moeite waard, vooral op zulk een warme dag als ik juist trof. Wat men ziet is water, geel water, met groote golven, de horizon omzoomd door een zwarte streep, de toppen der boomen die boven de dijken uitkomen kijken, hier en daar een eenzaam kerktorentje & hielden we soms bij een landingsplaats stil dan dankte ik mijn gesternte dat ik er niet moest toeven, want ’t zag er doorgaans zeer vervelend uit. — ’t Nieuwe kanaal door Zuidbeveland maakte er een aangename afwisseling op & (ik) kreeg een goed overzicht van het eiland vanaf de brug onzer stoomboot.
Van Terneuzen ging ik via Vlissingen naar Middelburg en deze togt heeft mij het meest bevallen. —

De ree van Vlissingen is een aardig gezicht en het spookte er even hard als op de volle zee terwijl onze kleine stoomboot als een vogel zich op de golven verhief & snorrende en stampende de havenkaden bij kwam. —
De stad is even stil & vervelend als iedere provinciestad wat er op Zondag natuurlijk niet op verbeterd & vooral niet in deze provincie waar men dan bijna niets kan bekomen omdat het Zondag is.
De paar uren daar doorgebracht heb (ik) zoo goed mogelijk besteed & vervolgens op de Imperiale eener omnibus het oogenblik afgewacht dat ik in volle galop naar Middelburg zou vervoerd worden. De togt daarheen is alleen de moeite eener reis waard om de oorspronkelijkheid der eilandbewoners in vollen kleuren te zien & geeft tevens een goed denkbeeld van wat er zoo al in die streek te zien en te vinden is. —
En Middelburg: een copie van Delft of enig andere stille hollandsche stad. Huizen, grachten, boomen, alles in dezelfde vorm gegoten & met dezelfde kleur & kalmte overgoten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten