16 december 2021

Bezoek aan krankzinnigengesticht en weeshuis

16 Maart 70.
Wat men in een vreemde stad gewoonlijk gaat zien, loopt men in zijn eigen geboorteplaats ligt voorbij. –Dit is zeker wààr, want vaak ben (ik) het krankzinnigengesticht voorbij gestevend zonder de minste gedachte hoe het er binnen gesteld was.–
Een kijkgrage Engelschman kwam mij daarin zonder het te weten te hulp, zoodat (ik) van de gelegenheid dadelijk gebruik maakte. An english clergyman wanting to see some public institutions, is wezentlijk een goed uithangbord waarmede (ik) prima een Doctorsbewijs tot bezigtiging van het gesticht verkreeg en verder alles te zien kreeg wat voor hem voor belang werd geacht.

De inrigting is dan ook wel een bezoek waardig. Geheel gebouwd naar de eischen van den tegenwoordige tijd vindt men er alle comforts welke het menselijk vernuft heeft uitgevonden. De bewoners van ’t gesticht aangenaam en nuttig bezig te houden.–
Ventilatie & verwarming door stoom door het gansche gebouw zeer doelmatig aangebragt, werkplaatsen voor alle ambachten, een fikschen tuin en verder alles tot amusement , het biljard incluis. – Men kan ’t geheel aanzien door een ruime beurs te zijn onderhouden en zouden dikwijls vergeten (dat) men in een krankzinnigengesticht was beland, hadden de wezenlooze trekken van de bewoners er soms niet aan herinnerd.
’t Geheele ameublement was door hen vervaardigd. Bedden, stoelen, kortom al het huisraad en zelfs een schaakspel uit de afgekookte soepbeenderen.
’t Was juist etenstijd en waren de mannen van hunne afdeeling in de eetzaal vergaderd toen wij binnen kwamen. ’t Ging alles zo geregeld en wel. Ieder ontving zijn ration en met kommando werd met eten aangevangen, nadat er één gebed had gedaan dat zeer goed begon maar later wel wat verward eindigde. Verder heeft men er eene protest.+ Roomsche kerk zeer eenvoudig & doelmatig ingericht. ’t Geheel maakte een goede indruk.

We hadden nog wat tijd over en daar ik vroeger ons weeshuis dikwerf was voorbijgegaan en over het ouderwetsche mij vaak geergerd had, besloot ik mijn engelschman ook te bezigen om het inwendige ervan te zien te krijgen.
Dit ging wel niet zoo moeijelijk als het eerste, toch merkte (ik) wel (dat) het woord Engelse Domine de binnenvader wat vlugger maakte. En wat zal ik van den indruk zeggen, die het geheel bij mij heeft achtergelaten: Ik had het er wel niet mooi gewacht, maar zoo out of time toch niet.
De binnenvader zeide zeer teregt hij er verscheidenen verbeteringen in wenschte te maken doch er was geen geld voor. Voor 300 kinderen moet gezorgd worden en is er dan nog een saldo dan kan men beginnen het huis te verfraaijen. Een zeer rationele conclusie; als liefdadige instelling moet men roeijen met de riemen die men bezit, maar ’t viel mij toch te zeer bij het eerste gesticht af.
Men kan hier aan alles gewaarworden dat ’t betere tijden gehad had en als een verachterde familie nu maar rond moest komen met het karig afgepaste deel. ’t Is een oud gebouw, dat weeshuis aan de Goudse Singel* en om daar zijn jeugd in te slijten moet men haast met zulke muffe ....... doortrokken worden.–
Hollandsche reinheid vond ik er niet, dat echter bij zulk eene verzameling kinderen moeijelijk te wachten is. Daarbij doet eene totale verveloosheid ruimschoots het hare toe om de holle ruime kamers zoo ongezellig en middeleeuwsch mogelijk te maken. Voeg daarbij de zeer verjaarde kleedmethode en men zoude meenen een levend schilderij van Bosboom voor zich te zien.
– De gezelschapskamers (hoe men aan zulk een naam eene zoo ellendig verblijf kan geven) had alle vereischten, behalve die welke haar titel aanduid. Ongezellig in de hoogste graad. De wanden in plaats van gewit of behangen met witte tegels belegd; volstrekt geen amusement of eenig comfort hoe dan ook. Zelfs geen schilderijen. Geen wonder dat die arme weeskinders in de wereld gekomen dezelve geheel onbekend zijn en juist niet de beste burgers worden, behoudens gunstige uitzonderingen.
Het gansche gesticht is naar mij voorkomt meer een pakhuis van kinderen dan wel een wezentlijk thuis en zou het voor hen een weldaad zijn wanneer ook daarin de openbare meening zich deed gelden tegen bergplaatsen van zulk eene opeenhoping van kinderen.

Achtereenvolgens werd ons keuken & kelder, slaapplaats & werkkamers getoond en bij ieder nieuw lokaal drong zich het idee bij mij op ’t eigenlijk Maart 1870 was.–
Toch heeft men de riemen zoo goed ..... gelijk gebruikt om niet geheel achter te blijven (van vooruit komen is vooralsnog geen sprake): een kleine stoommachine geeft de nodige snelheid aan het verwarmen van water, ’t koken van ’t eten & verdere doeleinden. Ook gas is overal aanwezig.– De broodspinde was goed voorzien (er waren zeker wel 1000 boterhammen gereed).–
Op de speelplaats, die mij levendig aan de prentjes van Van Alphen herinnerde, was gedurende de speeltijd door het openen der kraan. Bier a discrétion te verkrijgen.
Mogt de omgeving er zeer onhuisselijk uitzien, materieel werd er goed voor gezorgd.– En voor zulk een huishouden is er zoo iets noodig.–
Eenigzins beter was de bestuurderskamer.– Evenals eene muur de plaats de jongens van de meiskens scheidde zoo was ook hier eene kamer voor de Heeren & Dames. Op gezette tijden echter houden deze gecombineerd vergadering.–
De zaal is behangen met een soort gobelin, antiek maar niet fraai. Ook geldt dit voor de rest.

Onder de verschillende portretten was er een van een weesmeisje, onmogelijk oud. Op mijn vraag bleek dit een afbeeldsel te zijn van eene bewoonster van ’t gesticht, die bij ’t verschijnen van haar vertrektijd beleefd aan de Regenten verzocht uit ligchaamszwakte er nog een jaar te mogen blijven. – Ondanks haar ligchaamszwakte bereikte zij den ouderdom van 103 jaar, zoodat ze 97 jaar is verpleegd geworden.– Ze moest natuurlijk voor ieder jaar opnieuw vergunning vragen.– 40 jaar geleden is ze gestorven.

Van een jongen heb (ik) proeven van schilderskunst gezien die waarlijk van goeden aanleg getuigen & ’t deed mij genoegen te vernemen zijn verdere leiding aan Van Borselen ** is toevertrouwd. – Wie weet of G. Pieterze*** nog eens een goede naam maakt.–

Bij ’t verlaten van ’t gesticht deed het mij leed er geen betere indruk van te hebben ontvangen, hoop er spoedig eens eene krachtige reorganisatie moge plaatsvinden.– Doch Keulen & Aken zijn niet op één dag gebouwd en de Peabodys**** zijn helaas zeer schaars.
* Moet Goudschewagenstraat 10-662 zijn.
** Jan Willem van Borselen (Gouda, 20 september 1825 - Den Haag, 24 september 1892) was een Nederlands kunstschilder die behoorde tot de Haagse School. (Bron: Wikipedia)
*** G.P. is na eenige jaren aan tering overleden.– (latere aantekening in andere tint inkt)
**** George Foster Peabody (Columbus (Georgia), 27 juli 1852 - Warm Springs (Georgia), 4 maart 1938) was een Amerikaanse zakenman en filantroop. (Bron: Wikipedia)