23 mei 2021

Weder goede bekenden vertrokken

26 September 69
Het tijdperk van alleenheersching is reeds sedert eenige tijd voorbij. De logées zijn vertrokken en alles komt zowat in zijn normale toestand. De wond, voor eenige maanden door afwisseling & druktes ...... komt duidelijker te voorschijn en hoe we de winter doorwerken.–
Ook hierin zal wel voorzien worden en de tijd die heelmeester van zooveel zaken zal ook van dit nieuwe, haar droevig schijnsel ontnemen. Hoe ook teruggewenscht zal ik mijne moeder hier niet meer zien en waartoe zou dat dienen daar zij betere taak te volbrengen heeft. En toch, gemist wordt zij, die goede brave.
In deze maand zijn er weder goede bekenden vertrokken, zij het dan ook niet de Groote reis, het is mij toch als waren zij voorgoed van ons heengegaan.
Den 2 dezer is met het schip Rotterdam naar Batavia mijn vriend Kremer heengegaan om in het warme Oostindie aan de Javaantjes het Evangelie bekend te maken. Eerst sedert het begin van dit jaar heb met hem kennis gemaakt en heeft hij een verkeerden indruk weggenomen die bij mij voor “zendeling” bestond. De gulheid & jovialiteit zelve. Moge hij er dat goede uitrigten waarvan hij zich zooveel van voorstelde.–
Den 22e ’s morgens te half zes met het daglicht naauw ter kimme verschenen voer de Triton Cape Scheij naar Batavia. Onder de vele passagiers naar die plaats bevond zich ook mijn neef Cornelis Knegtmans. Eene betrekking hier bekleedende bij de firma Suermondt & Co werd hem eene overplaatsing naar Oostindie aangeboden door zijne patroons waaraan hij meende gevolg te moeten geven in de hoop daar eenmaal zijn fortuin te maken.
Hoegaarne ik hem nog een eind wegs had uitgeleide gedaan omstandigheden lieten dit niet toe en moest dit aan de overige vrienden overlaten.
Was Kremer zoo gelukkig om een week na zijn vertrek van hier reeds de Cingels te zijn gepasseerd, mijn neef Kees heeft nog het genoegen met de reede van Brouwershaven terdeeg kennis te maken met het vooruitzigt er voor eerst nog niet van te scheiden.–
In hem missen we een kundig pianist en een fikschen Bas. Het trio in hem haar besten stem. Vele waren die genoeglijke avonden waar ’t zij met Niering*) of Pikaneser**) als onderwijzer, mij de keur der duitsche liederen hoorden voordragen, dikwijls afgewisseld door een 4mains van Jakob & Mina.
Ook dit is geweest. En wat zal er volgen. Aan taarten & festiviteiten heeft het in de laatste weken niet ontbroken: meer dan genoeg. Van de buitenwacht heb er iets vernomen daar de komkommertijd voor de oogst heeft plaatsgemaakt en we bijna handen tekort komen die behoorlijk binnen te halen, d. i. we hebben ’t zeer druk gehad.

*) Johann Joseph Niering (1835-?), zanger
**) F. E. H. Pikaneser, zanger

Geen opmerkingen:

Een reactie posten