23 mei 2021

Ik vervul bij dezen een treurige pligt

7Junij 1869
Rotterdam 29 Mei 1869
Ik vervul bij dezen een treurige pligt U het overlijden te melden van mijne veel geliefde Echtgenoote Jacoba Knegtmans in den ouderdom van ruim een en zestig jaar, waarvan zij circa twee en dertig jaar mijne levensgezellin was. —
Eene snel toenemende ziekte maakte nog onverwacht een eind aan haar voor ons allen zo dierbaar leven. —
Mijn dochter & beide zoons betreuren met mij dit verlies. —
Van uwe deelneming in deze mij verzekerd houdens blijve met alle achting
Uwe diep bedroefde dienaar
get. J. A. Houwens


Wanneer men bovenstaand eenige keeren herhaald heeft werkt ’t als verdoovend middel. Ik ondervond het. — Later bij de condoliantie visites dat gedurig bijna zonder tusschenpoozen verhalen der korte loop der ziekte enz. Het maakt zo onverschillig dat ’t mij was als verhaalde ik iets dat ik ergens gelezen had. —
Die ijsborst ontdooide toen ik ’s morgens vóór de begrafenis de groote voorkamer binnenkwam en de stoelen in lange rijen aanwezig zag. En in een andere kamer glaasjes & karaften & gebakjes zag, als was iemand van ons jarig. En ik miste iets.
Woensdag ’s morgens hebben wij haar stoffelijk overschot naar haar laatste rustplaats begeleid. Was ’t guur, ja koud gedurende de laatste meidagen, die morgen was het zomer. — Een dag die u (er?) zegt dat God voor alles en allen zorgt. Eene Zomerdag met al de frischheid van groen & vrolijkheid van vogelstem. Nimmer heb (ik) zooveel gevoeld bij het betreden dier rustplaats. —
Voorgeslachten kwijnden hene
En wij bloeijen op hun graf
Ras zal ’t nakroost ons beweenen
En toch ’t sprak nog van zijn & werken zoolang ’t dag is. —

Geen opmerkingen:

Een reactie posten